Overzicht
- Steunniveaus worden doorbroken
- Handelsoorlog weegt op verwachte vraag naar olie
- Maar Liberation Day was ook de start van OPEC productieverhogingen
- Discipline lijkt zoek binnen OPEC+
- Risico op verdere prijsdaling
Steunniveaus worden doorbroken
In 2022 piekten de olieprijzen nog rond 120 USD per vat door het uitbreken van de oorlog in Oekraïne en de daarop volgende boycot van Russische olie. In 2023 en 2024 schommelde de Brentprijs lange tijd tussen 70 en 90 USD per vat, waarbij de prijs geregeld werd ondersteund door de geopolitieke conflicten, productiebeperkingen door de OPEC+ en Trumps poging tot een strengere afdwinging van olie-embargo’s tegen Iran, Venezuela en Rusland. Maar recent brak de Brentprijs door het 70 USD steunniveau en intussen lijkt ook het 60 USD niveau te sneuvelen.
Handelsoorlog weegt op verwachte vraag naar olie
Al sinds eind vorig jaar verwachtten we een prijsdaling voor olie in 2025 door de lage vraaggroei gecombineerd met een dreigend overaanbod. Het Internationaal Energie Agentschap verwachtte voor 2025 een groei van de vraag naar olie met slechts 1%. Na het post-covid herstel van de voorbije jaren, wordt de structurele vraaggroei meer en meer afgeremd door de energietransitie: de shift naar elektrische auto’s (wat al vergevorderd is in China), de elektrificatie van het transport, de gebouwen en de industrie. En sinds “Liberation Day” komt daar nog bij: de vrees dat de handelstarieven de wereldwijde economische groei zullen afremmen en dus ook de vraag naar olie.
Maar Liberation Day was ook de start van OPEC productieverhogingen
Toevallig of niet, maar op dezelfde dag dat president Trump zijn hoge importheffingen aankondigde (2 april), kondigde het oliekartel OPEC+ (inclusief Rusland, Kazachstan…) ook belangrijke productieverhogingen aan. Herinner u dat ten tijde van de lagere vraag door covid, OPEC+ begonnen was met belangrijke productiebeperkingen ten belope van 3,6 miljoen vaten per dag. En omdat in 2023 en 2024 de vraag maar matig herstelde en het aanbod uitbreidde in niet-OPEC landen zoals de VS, Canada en Brazilië, engageerden Saoedi-Arabië, Rusland en enkele OPEC-kernlanden zich tot bijkomende “vrijwillige” productiebeperkingen van nog eens 2,2 miljoen vaten per dag, of in totaal zo’n 15% van hun capaciteit. Bedoeling was om de olieprijzen voldoende hoog te houden, maar een belangrijk neveneffect was dat daardoor het aanbod nog uitbreidde via schalie-olie en diepwaterontginning in Noord- en Zuid-Amerika.
Omdat de OPEC landen niet eeuwig marktaandeel wilden prijsgeven, kondigden ze eind vorig jaar aan om vanaf april 2025 heel geleidelijk de “vrijwillige” productiebeperkingen van 2,2 miljoen vaten per dag te willen terugschroeven gespreid over een periode van 16 maanden (dus iedere maand 137.000 vaten meer). Maar verrassing alom dat die OPEC-landen op 2 april plots beslisten om 3 maal sneller te gaan, namelijk een verhoging met 412.000 vaten per dag in april en nog eens even veel in mei. Dit terwijl de macro-omstandigheden en de olieprijsevolutie niet van die aard waren om snel de productie te verhogen.
Discipline lijkt zoek binnen OPEC+
De reden ligt waarschijnlijk bij het gebrek aan discipline bij enkele OPEC-leden. Zo zouden Kazachstan, Irak en de Verenigde Arabische Emiraten al een tijdje meer produceren dan hun afgesproken quota. De Saoedi’s wilden die landen straffen en hen meer beperkingen opleggen om te compenseren voor hun overproductie van de jongste jaren. Maar Kazachstan was het daar niet mee eens en dreigde zelfs uit de OPEC+ te stappen. Nu stelt Saoudi-Arabië dat het wel kan leven met een iets lagere olieprijs, mede gezien hun break-even niveau een stuk lager ligt dan dat van Amerikaanse schalie- of diepzee-ontginning. Bij een lagere olieprijs worden deze laatste minder rendabel en zullen de Amerikaanse productievolumes afgeremd worden, zodat de Saoedi’s en andere OPEC-landen marktaandeel kunnen terugwinnen. Niet helemaal de bedoeling van Trumps “drill, baby, drill” politiek, die eerder via verhoogde Amerikaanse productievolumes de prijzen had willen zien dalen. Maar lagere olieprijzen, daar zullen Trump en zijn kiezers allicht niet om rouwen.
Risico op verdere prijsdaling
Gezien de zwakke vraaggroei gecombineerd met een versnelde uitbreiding van het aanbod en een gebrek aan discipline binnen OPEC+, is het waarschijnlijk dat de olieprijzen nog verder onder druk zullen staan. Pas bij olieprijzen van 50 USD of lager zullen sommige relatief duurdere schalie-olie of diepwater-projecten worden stilgelegd, waardoor het aanbod zich zal aanpassen aan de lagere prijs en vraag en aanbod weer meer in evenwicht zullen komen. Daarnaast is het ook mogelijk dat in het kader van een vredesdeal rond Oekraïne en/of een nucleaire deal tussen de VS en Iran, de sancties ten aanzien van die landen (gedeeltelijk) worden opgeheven.
Maar lagere olieprijzen kunnen bijdragen tot een verdere daling van de inflatie. Dat kan gedeeltelijk compenseren voor de verhoogde handelstarieven en welkome zuurstof bieden aan de wereldwijde economie.
Kerncijfers van 5/5/2025
|
Index |
Slotkoers |
+/- |
Sinds begin 2025 |
België: Bel-20 |
4517.20 |
0.53% |
3.87% |
Europa: Stoxx Europe 600 |
537.31 |
0.16% |
3.94% |
VS: S&P 500 |
5650.38 |
-0.64% |
-4.72% |
Japan: Nikkei |
36830.69 |
0.00% |
-8.63% |
China: Shangai Composite |
3279.03 |
0.00% |
-2.17% |
Hongkong: Hang Seng |
22504.68 |
0.00% |
10.27% |
Euro/dollar |
1.13 |
-0.26% |
8.95% |
Brent olie |
62.17 |
1.32% |
-16.82% |
Goud |
3312.25 |
1.50% |
22.58% |
Belgische 10 jaarsrente |
3.11 |
|
|
Duitse 10 jaarsrente |
2.52 |
|
|
Amerikaanse 10 jaarsrente |
4.34 |
|
|