De komende week wordt beslissend

Het verschil tussen de Duitse en Franse 10-jaarsrente liep aan de vooravond van de eerste ronde van de Franse parlementsverkiezingen op tot 0,79%.

Europa lijdt onder zijn politieke onzekerheden 

De vlaggenschipindex van de beurs van Parijs, de CAC 40, verloor vorige week 2%. Dat brengt de daling sinds de vooravond van de Europese verkiezingen op -6,5%.

De resultaten van de eerste ronde van de Franse parlementsverkiezingen liggen vrij dicht bij de laatste peilingen en zullen naar verwachting geen grote impact hebben op de markten. De overwinning van extreemrechts is enorm, maar met een marge die iets lager is dan de laatste prognoses. De onzekerheid blijft groot tot de tweede ronde aanstaande zondag.

Een absolute meerderheid voor het Rassemblement National is mogelijk, maar is niet het meest waarschijnlijke scenario, namelijk dat van een diep verdeeld parlement, zonder meerderheid. De kandidaten hebben tot dinsdag 18 uur de tijd om hun kandidatuur in te dienen. We zullen achteraf al een beter zicht hebben, afhankelijk van de mogelijke intrekkingen om het RN te blokkeren. Een minderheidsregering die niet in staat is om een extreem begrotingsbeleid te voeren, zou het minst slechte alternatief zijn voor de financiële markten.

In Groot-Brittannië voorspellen peilingen een verpletterende nederlaag voor de Conservatieve Partij bij de verkiezingen op donderdag 4 juli.

De daling van de Amerikaanse inflatie wordt bevestigd

De favoriete inflatiemaatstaf van de Fed, de ‘core PCE’ (persoonlijke consumptieve bestedingen zonder de volatiele elementen zoals energie en voeding), zakte zoals verwacht van 2,8 naar 2,6% op jaarbasis. In één maand tijd is de index slechts met 0,08% gestegen, de kleinste stijging sinds eind 2020.

Dit goede nieuws vergroot de kans op een renteverlaging in september. De futuresmarkt voor de kortetermijnrente geeft nu een kans van 68% op een daling in september.

Over het geheel genomen laten de meest recente cijfers, zoals de detailhandelsverkopen, de huizenverkopen en de orders voor duurzame goederen, een geleidelijke verzwakking van de Amerikaanse economie zien. Voorlopig is het adagio " bad news is good news" (wat de rentes betreft).

Op de agenda deze week

De belangrijkste cijfers van de week zijn die van het Amerikaanse banenrapport. De consensus van economen is dat er in juni 190.000 banen zullen worden gecreëerd, tegenover 270.000 in mei, wat verrassend sterk was. De stijging van het wekelijkse uurloon wordt geschat op 3,9% op jaarbasis, de laagste jaarlijkse stijging in drie jaar. Als dat bewaarheid wordt, zou dat natuurlijk goed nieuws zijn voor de Fed.

Voor de eurozone wordt dinsdag de eerste raming van de inflatie in juni gepubliceerd. De consensus is een vertraging van 2,6% tot 2,5% op jaarbasis (en 2,9% tot 2,8% zonder energie en voeding). Dat zal zeker worden meegenomen in de besprekingen van de centrale bankiers van de eurozone die samenkomen in het Portugese Sintra voor hun jaarlijkse retraite.

Wat de groeivooruitzichten betreft, is het vooral uitkijken naar de ISM-index voor de verwerkende industrie op maandag en de dienstenindex op woensdag in de VS. In Azië zijn het de PMI's (indexen van de inkoopdirecteurs) in China en verschillende andere landen in de regio die ons meer kunnen vertellen.