Aankoopdirecteurs blijven gematigd positief

Amerikaanse beurs op ongekende hoogte

Het zijn niet alleen de wielrenners die zich in Rwanda op grote hoogtes bevinden. Ook de aandelenmarkten, en dan vooral de Amerikaanse, bereiken dag na dag nieuwe toppen. Het gezonde daarbij is dat het niet alleen de technologiebeurs Nasdaq is die floreert, ook de S&P500 en de Dow Jones, traditioneel met iets minder IT, dansen vrolijk mee. Maar het is Nvidia die de dans leidt.

Maandag raakte bekend dat Nvidia massaal investeert in OpenAI, om samen met hen 10 gigawatts extra computercapaciteit op te bouwen. Dit nieuws kwam na de samenwerking tussen Nvidia en Intel vorige week. Het bewijst dat het verhaal van AI nog lang niet uitgeschreven is, en dat Nvidia daar absoluut de toonaangevende rol in wil blijven spelen. De enorme cashflow die Nvidia nu ontvangt, zet het in om samenwerkingsverbanden te smeden met concullega’s en op die manier de toekomstige inkomsten nu reeds veilig te stellen. Verstandig bedrijfsbeheer volgens de meeste analisten. Anderen wijzen op het risico van inteelt ( die ontstaat wanneer AI-modellen trainen op gegevens die zelf worden geproduceerd door eerdere AI-modellen ) en stellen dat vele van die mooie woorden nog moeten omgezet worden in daden.

PMI: elke zone zijn verhaal 

Om in te schatten of die topkoersen houdbaar zijn, keken de beurzen dus naar de aankoopdirecteurs. De maandelijkse enquête die bij hen wordt afgenomen geldt als een belangrijke voorspellende factor voor de economie. Als we op hun antwoorden van gisteren mogen afgaan, oogt die toekomst zeker niet slecht. Toegegeven, de resultaten waren in Amerika wat minder goed dan vorige maand, deels zelfs minder dan verwacht. Maar de scores blijven mooi boven de 50, en op het gemiddelde van de afgelopen 12 jaar.

In Europa waren de cijfers van hun collega’s gemengd. De dienstensector steeg, boven verwachting, tot 51.4. De industriële sector kon zijn topniveau van vorige maand niet handhaven en zakte tot net onder de grens van 50. De cijfers van de UK waren teleurstellend.

Op de vragen rond prijzen en inflatie antwoordden de Amerikaanse bedrijven dat ze een stijging zien bij wat ze zelf aankopen (door de tarieven). Maar door een onduidelijke toekomst, dalende vraag en hogere concurrentie, konden ze die hogere kosten niet doorrekenen aan hun klanten. Iets wat FED-voorzitter Powell graag zal zien.

Powell spreekt, maar verhult weinig

Later op de avond herhaalde Powell voor de Kamer van Koophandel in Rhode Island nog eens zijn mantra: “De Fed heeft 2 doelstellingen die met tegenstrijdige middelen moeten bereikt worden. Zo is de inflatie vandaag hoger dan 12 maanden geleden en dat komt vooral door de tarieven. Al zullen die vermoedelijk een eenmalig effect veroorzaken gedurende enkele kwartalen, maar wellicht niet voor jaren. 
Aan de andere kant kampt de jobmarkt met een merkwaardige samenloop van gebrek aan vraag en aanbod van arbeiders. Er zijn gelukkig ook weinig ontslagen, maar de voorlopig nog lage werkloosheid is groeiend. Momenteel helt het evenwicht dus naar lagere rentevoeten. Maar dat is geen voorgeschreven pad en we zullen bij elke vergadering de cijfers en risico’s grondig afwegen.”

De markt had misschien op meer duidelijkheid gehoopt, maar kreeg die niet. Na de toppen van de afgelopen dagen werd er dan ook wat winst genomen.