Bedrijfsleiders zien lichtpuntjes en zorgen

Staakt-het-vuren

Om te starten met het allerbeste nieuws: er is een staakt-het-vuren tussen Iran en Israël. President Trump maakte beide partijen duidelijk dat ze het maar beter konden opvolgen. Hij gebruikte daarbij woorden die hij tegenover Israël nog niet zo dikwijls gebruikte. Het is nu afwachten wat de volgende stappen zullen zijn, maar een langdurige confrontatie lijkt van de baan. De afgelopen dagen werd vooral een blokkade van de Straat van Hormuz als worst case scenario voor de wereldwijde economie gezien. Alvast dat probleem lijkt nu uit de weg geruimd en die pluim mag Trump op zijn hoed steken. 

Positief beeld over het herstel van Duitsland

Ondanks het feit dat er nog genoeg potentiële problemen overblijven, kijken de Duitse bedrijfsleiders met steeds meer positivisme naar de toekomst. Het resultaat van de maandelijkse rondvraag bij hen (IFO cijfer) toonde voor de zesde maand op rij een verhoging en het juni-cijfer was nog iets hoger dan verwacht. Toegegeven, de start van deze reeks (eind vorig jaar) was het zwakste punt sinds Covid. Wellicht niet toevallig ook de val van de vorige Duitse regering. Duitsland kende dat kwartaal ook een negatieve groei. Het vijfde negatieve kwartaal in nauwelijks meer dan 2 jaar. Een zwaar zieke patiënt dus.

Met deze betere IFO cijfers kan Duitsland weer vooruit kijken. Het viel trouwens op dat de bedrijfsleiders positiever waren over de nabije toekomst dan over het heden. 

US economie net iets minder positief

Aan de andere kant van de oceaan is de realiteit anders. Daar is de economie geen zorgenkind. Tegenover 5 jaar van 0% groei in Duitsland stond de 14% van Amerika. Het samengestelde PMI cijfer (de Amerikaanse enquête onder bedrijfsleiders) staat daar al 29 maanden op rij boven de 50, de grens om van vooruitgang te spreken. Een daling onder die 50 is bovendien nog veraf, al was het cijfer van juni toch een fractie lager dan dat van een maand eerder. Vooral de bedrijven in de dienstensector werden iets minder positief. Het zal niet verbazen dat onzekerheid over exportmogelijkheden als negatief punt werd aangehaald. 

Powell verdedigt zijn afwachtende houding

Die onzekerheid over de tarievenoorlog echode ook door in de halfjaarlijkse speech van Fed president Powell voor het parlement. Waar de doelstelling rond de werkloosheid volledig onder controle is, blijft de inflatie boven de 2%. Dat is zeker minder dan in het verleden, maar de korte termijn verwachting is dan weer stijgend. “Wij zijn niet voor of tegen hogere tarieven, maar we willen meer zekerheid over de gevolgen ervan voor we de rente aanpassen. We willen zeker zijn dat de negatieve invloed niet verder gaat dan een éénmalige prijsverhoging”. Daarmee verdedigde hij zijn afwachtende houding tegenover Trump die eerder die dag had verklaard dat die rente wel 2-3% lager mocht.