Over het sentiment bij de kmo's, olie en China

De S&P500 zakte met 0,5% en de Stoxx Europe 600 met 0,3%. Het beleggerssentiment werd ook beïnvloed door de daling van de Chinese import, die erop wijst dat het herstel niet zo sterk is als gehoopt.

De kleine bedrijven zien het somber in

Het vertrouwen van de kleine Amerikaanse bedrijven staat op het laagste punt in tien jaar. De hoge inflatie, hoge rentes, strengere kredietvoorwaarden en de vrees voor een recessie wegen op het ondernemerssentiment. Een positieve noot is de daling voor de vijfde opeenvolgende maand van het aantal bedrijven dat zijn verkoopprijzen verhoogde.

Vandaag weten we meer over hoe het zit met de inflatie in de Verenigde Staten, dankzij de langverwachte consumentenprijsindex met en zonder voedsel- en energieprijzen. Donderdag volgen de cijfers over de producenten- en importprijzen.

De olieprijzen blijven zich herstellen

De prijs voor een vat Brent-olie bereikte afgelopen donderdag met 72 USD zijn laagste niveau van het jaar. Een geweldig contrast met zijn hoogtepunt van 123 USD in juni vorig jaar. Sinds vrijdag is de prijs van ruwe olie gestegen naar 77 USD. Nu het banenrapport aantoont dat de arbeidsmarkt zeer sterk blijft, komt er mogelijk geen economische recessie in de VS voor het einde van het jaar of zelfs begin volgend jaar. Daardoor kan de vraag naar olie deze zomer sterker zijn dan verwacht, waardoor de prijzen gaan stijgen.

Moeten we vrezen voor de inflatie? Niet echt, want de gasprijzen blijven dalen. Aardgas wordt in Europa verhandeld tegen ongeveer 36 EUR per megawattuur. In de VS is dat maar 7 USD. Dat verschil zal naar verwachting afnemen in het voordeel van Europa, aangezien de exportcapaciteit voor vloeibaar aardgas in de VS met meer dan 15% is toegenomen dankzij nieuwe investeringen en de heropstart van de Freeport-terminal in Texas, waar in juni vorig jaar een explosie plaatsvond. Van hun kant verhoogden de Europeanen hun capaciteit om vloeibaar gas in te voeren.

Contrasterende ontwikkelingen in China

De Chinese groei is een van de belangrijkste determinanten van de grondstoffenprijzen. Maar de laatste tijd weerspiegelen de economische statistieken een economie met twee snelheden. De verwerkende industrie vertraagt, terwijl de consumentenbestedingen opveren, zij het matig. Een voorbeeld: het reisverkeer binnen China tijdens de recente vijfdaagse vakantie was 19% hoger dan in 2019 (het jaar voor de coronacrisis), maar de toeristische uitgaven stegen niet in dezelfde mate, wat wijst op een zekere zuinigheid bij de consumenten.

De import daalde onverwacht met 7,9% terwijl de export met 8,5% toenam. Dat is aanzienlijk minder dan in maart en een teken van een zwakke binnenlandse vraag. De resultaten van de Chinese bedrijven zijn bemoedigend, maar de geopolitieke spanningen zetten een rem op de zaken.

Alles lijkt langer te duren: het Chinese herstel, de Amerikaanse vertraging, de prijsdalingen … De tijd zal zijn werk moeten doen.