Beurzen gaan op en af

Beurswatchers evalueren tegenwoordig het effect van elk gepubliceerd cijfer op de inflatie en de reactie daarop van de centrale banken. De beurzen bewegen mee op die cijfers. Soms lokken verschillende berichten van eenzelfde dag tegenstrijdige visies uit en dan worden de beurzen ook intraday op en af gestuurd.

Intraday volatiliteit

Dat was gisteren ook weer zo. Eigenlijk bewegen de meeste beurzen de afgelopen weken eerder horizontaal. Maar wie inzoemt op de intraday cijfers, kan vaststellen dat er zo goed als elke dag opnieuw een verschil is van meer dan 1% tussen de laagste koers van de dag en de hoogste. Toploper op dat vlak was de publicatie van het Amerikaanse inflatiecijfer afgelopen donderdag. Mits een perfecte timing kon een daghandelaar toen 5.5% winst scoren op nauwelijks 5 uur tijd. Dat is ruim meer dan je met, de zelfs fors gestegen, obligatierentevoeten op een jaar als coupon kan innen.

Rente in USD op topniveau

En die rente blijft maar stijgen. Gisteren dus tot 4.14%, het hoogste niveau in 14 jaar. Daar was niet eens spectaculair nieuws voor nodig. Beurswatchers pogen in het hoofd van Powell en zijn mede centrale bankiers te kijken. De vrees voor verdere renteverhogingen en het verder uitstellen van de datum van de pivot (eerste renteverlaging) blijkt daarbij vaak belangrijker dan het nieuws zelf.

Resultaten komen binnen

Dat economische nieuws komt nu in de eerste plaats van de bedrijven. De echte resultatengolf komt pas volgende week, maar Procter & Gamble (P&G), bevestigde gisteren, na Nestlé en PepsiCo eerder, wat we als consumenten voelen: zelfs als het verkoopvolume daalt, hoeft dat voor deze sterke bedrijven geen probleem te zijn. Alle drie behaalden ze het afgelopen kwartaal een hogere omzet door hun gestegen kosten door te rekenen in duurdere  producten voor de eindklant.

Inflatie in het Verenigd Koninkrijk boven de 10%

Terug naar het inflatiefront waren er gisteren ook enkele nieuwe cijfers. Aan de negatieve kant waren dat de hoger dan verwachte inflatiecijfers in Canada en het Verenigd Koninkrijk. In Londen moet dat cijfer weer met dubbele cijfers geschreven worden. De 10.1% is een evenaring van juli, maar hoger dan dat van augustus en ook weer 0.1% hoger dan verwacht. Wat opviel was dat de energieprijzen daalden, maar vooral de voedselprijzen verantwoordelijk waren voor de hernieuwde stijging. Onrechtstreeks een bevestiging van de kwartaalcijfers van P&G & co.

Voor de eurozone werd het voorlopige inflatiecijfer van september dan weer lichtjes naar beneden bijgesteld. Het nieuwe 9.9% blijft wel een recordhoogte, maar het vermijdt net de dubbele cijfers. Voor beide Europese cijfers geldt dat het nog even afwachten is of dit effectief de piek zal blijken te zijn. In ieder geval zijn verdere verhogingen van de beleidsrente ook voor deze centrale banken onvermijdelijk. Te starten bij de vergadering van de ECB volgende week.

Gasprijs blijft dalen

Nog een bevestiging van de deelcomponenten van het Britse inflatiecijfer is de Europese gasprijs. Die bevond zich gisteren net op 1/3^de van de topkoers van eind augustus. Nu de wintervoorraden in Europa meer dan gemiddeld gevuld zijn, is het opbieden duidelijk gestopt. De huidige prijzen zijn nauwelijks hoger dan 12 maanden geleden toen de gasprijs in oktober 2021 een eerste piekmoment kende.