Overzicht
- Warmer in Italië dan in Duitsland
- Goedkoop geld behoort tot het verleden
- Geld stroomde rijkelijk in Europa
- Hogere rente, minder uitgaven
- Obligatiemarkten houden overheden bij de les
Het roept echo’s op van de Europese schuldencrisis van 2010-2012, maar enige relativering lijkt toch aangewezen.
Warmer in Italië dan in Duitsland
Italië voelde het als eerste warm worden. Een controversiële bankenbelasting en de aankondiging dat het land zijn begrotingsdoelstellingen zou missen, deden het verschil tussen de rendementen van Italiaanse en Duitse tienjarige staatsobligaties oplopen tot meer dan 200 basispunten, een sprong van ongeveer 40 basispunten sinds begin september. Ook het verschil tussen het rendement op Duitse staatsobligaties en obligaties van andere landen, zoals Frankrijk en Spanje, is licht toegenomen.
Goedkoop geld behoort tot het verleden
Hierdoor wordt duidelijk dat de gunstige financiële situatie tijdens corona tot het verleden behoort. Toen verlaagde de Europese centrale bank de kortetermijnrente en kocht ze volop staatsobligaties. Door die aankopen bleven de obligatiekoersen relatief hoog en de langetermijnrente laag.
Geld stroomde rijkelijk in Europa
Tijdens de pandemie en de energiecrisis draaiden alle Europese overheden de begrotingskranen helemaal open om zo hun geteisterde economieën te ondersteunen. Maar de hoge inflatie na de pandemie deed de nominale waarde van de economische output toenemen, waardoor de verhouding tussen schulden en bbp afnam. In Italië daalde de overheidsschuld van een piek van 155% van het bbp in 2020 naar 142% in 2022. Voor de eurozone als geheel lag de schuld vorig jaar met 91% van het bbp in lijn met het gemiddelde tussen 2014 en 2018.
Hogere rente, minder uitgaven
Dat alles wordt nu een stuk gecompliceerder. De inflatie daalt, maar de kostprijs van de leningen (lees de rentevoeten) blijft hoog, omdat de ECB de rente fors heeft opgetrokken en nog geruime tijd hoog zal houden. Daarnaast vervangt ze obligaties op vervaldag niet meer door nieuwe aankopen. Dat zet druk op de koersen en duwt de langetermijnrente hoger. Bovendien moeten de Europese overheden hun uitgaven nog terugbrengen naar het niveau van voor Covid-19.
Obligatiemarkten houden overheden bij de les
Overdreven bezorgdheid is echter nog niet direct nodig. De overheden kunnen nog steeds profiteren van de meevaller van jarenlange lage rentes. Ze hebben die lage rentevoeten voor jaren vastgeklikt door hun schulden op lange termijn te financieren. Bovendien is een groot deel van de schuld nog steeds in handen is van centrale banken, waardoor het risico klein is dat buitenlandse beleggers Europese obligaties dumpen.
Maar het is duidelijk dat de obligatiemarkten klaar staan om de overheden bij de les te houden. Als de tekorten te hoog worden, zullen ze niet aarzelen om hogere rentes te eisen om zo gezondere begrotingen af te dwingen.
Kerncijfers van 11/10/2023
|
Index |
Slotkoers |
+/- |
Sinds begin 2023 |
België: Bel-20 |
3548,89 |
0,22% |
-4,11% |
Europa: Stoxx Europe 600 |
453,16 |
0,15% |
6,66% |
VS: S&P500 |
4376,95 |
0,43% |
14,00% |
Japan: Nikkei |
31936,51 |
0,60% |
22,39% |
China: Shangai Composite |
3078,96 |
0,12% |
-0,33% |
Hongkong: Hang Seng |
17893,10 |
1,29% |
-9,55% |
Euro/dollar |
1,06 |
0,25% |
-0,46% |
Brent olie |
86,16 |
-1,80% |
1,46% |
Goud |
1870,51 |
0,66% |
3,02% |
Belgische 10 jaarsrente |
3,38 |
|
|
Duitse 10 jaarsrente |
2,72 |
|
|
Amerikaanse 10 jaarsrente |
4,57 |
|
|
Source : Refinitiv Datastream