Een daling die gerust stelt

Een onverwachte daling

De Amerikaanse Producer Price Index (PPI) meet de verandering in de prijzen van goederen die door productiebedrijven worden verkocht. Het is een belangrijke barometer en vaak voorloper van de inflatie van de consumentenprijzen. In augustus daalden deze prijzen met 0,1% – de eerste daling in vier maanden. Vanwege de recente invoering van de tarieven op producten die de VS importeert, voorspelde de markt nochtans een stijging van 0,3%. De prijzen voor juli zijn  ook naar beneden bijgesteld: van 0,7% naar 0,3%. Een mogelijke verklaring hiervoor zijn de prijsverlagingen die de bedrijven met hun hele toeleveringsketen hebben onderhandeld. Maar er was ook een duidelijke daling van de marges voor machines (-3,9%) en de verkoop van grote voertuigen.

Een duifachtige FED

Tegen deze achtergrond zijn de rentes gedaald, vooruitlopend op een vrijwel zekere verlaging van de beleidsrente van de Fed volgende week. Bovendien komen de lage producentenprijzen bovenop de zwakke banencreatie in de afgelopen twee maanden. Dit zou de weg kunnen vrijmaken voor een tweede renteverlaging door de Fed voor het einde van het jaar. Want de inflatie zal een centraal element blijven in haar toekomstige beslissingen. Nog niet zo lang geleden was iedereen het erover eens dat de invoerheffingen een spectaculaire inflatiegolf zouden veroorzaken, nu lijkt dat minder duidelijk bij de economische indicatoren. Vandaag zullen we meer weten, na de publicatie van de nieuwe Amerikaanse inflatiecijfers voor augustus.

De techaandelen vieren feest

De Amerikaanse beurzen waren aanvankelijk enthousiast over de cijfers en bereikten tijdelijk nieuwe records, om de winsten later weer kwijt te spelen. Lagere producentenprijzen kunnen immers de impact verkleinen van de importtarieven op de prijzen waartegen producten worden verkocht. De consumenten, die 70% van de Amerikaanse economie vertegenwoordigen, zouden dan geld kunnen blijven uitgeven zonder de 17,7% douanerechten te voelen die ze nochtans in juli betaalden op hun geïmporteerde consumptiegoederen.

Op de Amerikaanse markt reageerden verschillende technologieaandelen (zoals Nvidia) positief op het nieuws. De aandelenkoers van Oracle kreeg dan weer wind in de zeilen door solide vooruitzichten. Die schoot behoorlijk de hoogte in en maakte van zijn baas, Larry Ellison, de rijkste man ter wereld. Want lagere rentevoeten betekenen ook een opwaartse bijstelling van de winstcijfers. En we weten allemaal hoe gevoelig de technologiesector is voor deze theoretische toekomstige winsten.

En hoe zit het met de dollar intussen? 

De producentenprijzen hangen nauw samen met de evolutie van de dollar. Een zwakkere dollar is goed voor bedrijven die exporteren, omdat hun prijzen dan concurrerender zijn. Lagere producentenprijzen wijzen ook op minder inflatie. Momenteel zien onze strategen de dollar binnen het jaar afzakken naar 1,20. Maar, zoals het adagio luidt, is niets moeilijker dan het voorspellen van de evolutie van de koers van een munt. De inflatiecijfers die vandaag verschijnen, zullen ons zeker helpen om alles duidelijker te zien. Maar in de tussentijd lijkt de markt sereen en daar hoor je niemand over klagen …

Bron: LSEG Datastream