Het water loopt naar de zee

Opnieuw records in de Verenigde Staten

De S&P 500 wist vorige week zijn 30ste record van het jaar te vestigen en eindigde de week iets meer dan een halve procent hoger. De voornaamste Amerikaanse aandelenindex werd voortgestuwd door de prestaties van de gekende toppers: Nvidia, Apple en Microsoft.

De AI-lieveling werd deze week voor het eerst het allergrootste bedrijf ter wereld. 10 jaar geleden had Nvidia nog een marktkapitalisatie van 10 miljard dollar, ongeveer hetzelfde als de Belgische D’Ieteren Groep vandaag. Na een stijging van meer dan 160% dit jaar is de producent van grafische processoren ondertussen meer dan 3.000 miljard dollar waard.

De Dow Jones Industrial Index, die meer klassieke bedrijven zoals McDonald’s, Nike en Coca-Cola omvat, wist anderhalve procent hoger te sluiten op vrijdagavond. Dit is echter nog steeds 2% onder het record van iets meer dan een maand geleden.

De Franse beurs herstelde vorige week meer dan 1%. De CAC40 verloor stevig terrein na de grote overwinning van Marine Le Pen tijdens de Europese verkiezingen op 9 juni en de onverwachte ontbinding van het Franse parlement door Macron.

Beleggers kopen voornamelijk technologie

We zijn bijna halverwege 2024 en tot nu toe lijkt dit jaar een spiegelbeeld te worden van 2023 op beursvlak. De sectoren met het beste rendement zijn dezelfde als die van vorig jaar, met stijgingen van gemiddeld 30% voor IT-aandelen en van ongeveer 25% voor de communicatiesector. In 2023 waren het ook deze twee bedrijfstakken die de dans leidden, met rendementen van respectievelijk 58% en 56% over het volledige jaar.

Van verbreding terug naar een geconcentreerde markt

Alhoewel we onlangs nog spraken over een verbreding van de markt, waarbij steeds meer sectoren en landen leken deel te nemen aan de rally, is deze trend reeds omgekeerd. Sterker nog, de 3 grootste aandelen in de S&P500, Nvidia, Microsoft en Apple, maken ondertussen 21% uit van deze index, een nieuw record. Dit staat in schril contrast met de piek in concentratie in 1999, waarbij Microsoft, General Electric en Cisco de grootste spelers op de markt waren met een gezamenlijke kapitalisatie van (slechts) 12%. De concentratie van de S&P500 is in de afgelopen decennia nooit eerder zo hoog geweest.

En deze week?

De Britse centrale bank besliste op donderdag haar rentevoet van 5,25% te behouden. Ook de Federal Reserve kan het zich vooralsnog veroorloven haar rentevoet niet te verlagen, gesteund door een sterke Amerikaanse consument. De economie lijkt op basis van recente rapporten echter te vertragen, met onder andere een relatieve stijging van de werkloosheid. Om meer inzicht te krijgen in de huidige stand van de economie in de VS kijken we deze week uit naar enkele datapunten.

Op dinsdag hebben we de publicatie van de Consumer Confidence Index, gevolgd door de University of Michigan Index of Consumer Sentiment op vrijdag, die allebei meer inzicht kunnen geven in de mate van optimisme bij Joe Sixpack. Nog een interessant rapport op vrijdag is de publicatie van de inflatiedata (PCE) die de Fed gebruikt om het traject van de rentevoet te bepalen.

Als de Amerikaanse inflatie lager dan verwacht blijkt te zijn, creëert dat misschien wel de mogelijkheid voor de Federal Reserve om voor het eerst in vier jaar de rente te verlagen. Dit zou zowel door de aandelen- als de obligatiebeleggers worden gesmaakt. Zoals steeds, zullen zij niet wachten tot de Fed effectief zijn beslissing neemt, maar proberen te anticiperen wat Jerome Powell en zijn kompanen gaan doen op basis van voorgaande rapporten.